Saturday, 27 April 2024, 18:21
Site: STARTPAGINA
Cursus: AFAD OTIZM DOWN (AFAD OTIZM DOWN)
Woordenlijst: Digitaal woordenboek
ALGEMENE BEGRIPPEN

Brandblusser

Een apparaat dat materiaal bevat dat een brand kan stoppen.


Rode Kruis



Een internationale hulporganisatie die zich ontfermt over mensen in gevaar.



Lift

Een apparaat dat op en neer gaat en mensen van de ene verdieping van een gebouw naar de andere brengt.


Evacuatie

Mensen van een gevaarlijke plaats naar een veilige plaats te brengen.

Reddingshelikopter

Een helikopter bestemd om iemand te redden.


Noodhulpdienst


Spoedgevallenafdeling voor eerste behandeling in het ziekenhuis.


Noodoproep

Een telefoontje van een persoon, die om hulp te vraagt in een noodsituatie.


Nooduitgang

Een deur die naar buiten opengaat en gebruikt wordt om in geval van gevaar te ontsnappen.


Waterplas

Een waterplas of een poel op een droge ondergrond.


Mist

Een weertoestand met wolken vlakbij de grond, waardoor je niet ver kan zien.


Verzamelplaats

Een plaats waar iedereen in een gebied naar toe moet in geval van nood of gevaar.


Ramp

Natuurlijke gebeurtenissen zoals aardbevingen, branden en overstromingen die mensen, dieren en gebouwen beschadigen worden rampen genoemd.


Brandblusserkast

Kast met brandslang, sprinkler en kraan.


Kelder

Ruimte in de grond onder een gebouw


Eerste Hulp koffer


Een koffer of tas met een medische basisuitrusting.


Tijdelijke schuilplaats

Openbare gebouwen, pensions, sporthallen, scholen, grote tenten, enz., opgezet om tijdelijk onderdak te bieden aan slachtoffers van rampen


Brandtrap

Een trap om in geval van brand of nood een gebouw te verlaten.


Eerste Hulp

Een noodmaatregel die wordt ondernomen tot het medisch personeel dat hulp zal verlenen, arriveert.




Gewonde

Een persoon die gewond is, bijvoorbeeld met een snee of een gat in de huid.


Puin

Resten van ingestorte gebouwen en andere bouwconstructies.


Noodtent

Noodopvang voor korte duur, die onmiddellijk na rampen of noodsituaties wordt opgezet


Bunker

Een plaats waar je beschermd bent tegen gevaar.


Redding

Lemand uit een gevaarlijke situatie redden.


Zaklamp

Een kleine lamp die je kunt meenemen.


Instorting van een gebouw

Het instorten van een gebouw als gevolg van druk, brand, storm of een ander gevaar.


Een hoog punt

Een plaats die boven alles in de omgeving uitsteekt, waar je veilig zou kunnen zijn in geval van overstromingen.


Test alarm

Actie om de geschiktheid te testen van de procedures die moeten worden gevolgd in geval van nood of gevaar.


Slachtoffer

Mensen die door een ramp worden getroffen, worden slachtoffers van rampen genoemd.


Fluitje

Een voorwerp waar je doorheen blaast om een hard geluid te maken.


Grab&Go Zak

Een tas met nooduitrusting en documenten voor gebruik tijdens en na een ramp.


CORRECTE MAATREGELEN

Schreeuw om hulp

Om hulp schreeuwen bij gevaar


Ga naar de verzamelplaats

Ga naar een veilige plek om uit de gevaarlijke situatie te komen.


Vraag iemand om hulp

Ga naar een persoon, die je kan helpen in een gevaarlijke situatie.


Gebruik geen lift

Bij gevaar – gebruik geen lift om in gebouwen naar boven of beneden te gaan.


Geen rook inademen

Adem het grijze of zwarte gas niet in, dat ontstaat wanneer iets wordt verbrand.


Blijf uit de buurt van gebouwen

Ga weg van gebouwen tijdens en na een aardbeving.


Stuur een boodschap

Stuur een hulpboodschap via telefoon naar familie of vrienden.


Laten vallen, bedekken, vasthouden


Ter bescherming tijdens een aardbeving 
(1) Laat je op handen en knieën vallen, 
(2) Bedek je hoofd en nek, en 
(3) Houd je vast aan een stevig voorwerp.
 

Rennen! Snel!

Snel weg rennen, om uit de gevaarlijke situatie te komen


Blussen

Een vuur doven


Blaas op de fluit om hulp

Blaas zo hard mogelijk op het fluitje.


Ga naar een betrouwbaar persoon

Ga naar een betrouwbare persoon, die je kan beschermen in een gevaarlijke situatie.


VEILIGE GEBOUWEN

Ziekenhuis

Een gezondheidsinstelling die poliklinische of stationaire gezondheidsdiensten verleent aan zieke en gewonde mensen.


Politiebureau

Gebouwen en voorzieningen waar politieagenten werken.


Brandweer

De algemene naam voor de organisatie die de taak hebben, branden te blussen.



BETROUWBAAR PERSONEEL

Reddingsbrigade

Een groep speciaal opgeleide mensen met uniformen, die mensen helpen bij rampen zoals aardbevingen, branden, overstromingen enz.


Medisch personeel

Mannen en vrouwen in witte jassen die medicijnen geven, ons verzorgen en opereren om ons te genezen als we ziek of gewond zijn.


Politie

Mannen en vrouwen in blauwe en zwarte uniformen die mensen, hun bezittingen, auto's en huizen beschermen.


Reddingshond

Honden die getraind zijn om mensen of voorwerpen te zoeken of te redden.


Brandweerman

Mannen en vrouwen in rode uniformen die het blussen van branden in en rond ons huis als taak hebben.


Soldaat

Mannen en vrouwen in blauwe, groene of witte uniformen met emblemen of strepen, die ons land beschermen in de lucht, te land en ter zee.


VOERTUIGEN

Helikopter

Een vliegtuig dat verticaal vanaf de grond kan opstijgen en ook zo kan landen.


Ambulance

Speciaal uitgeruste auto's voor het vervoer van zieken of gewonden naar ziekenhuizen.





Politieauto

Witte auto’s met blauwe of rode strepen die door de politie worden gebruikt.

Brandweerwagen

Auto's en vrachtwagens, die door brandweerlieden worden gebruikt om branden te blussen en de brandweerspullen te vervoeren.


WAARSCHUWINGSBORDEN

Gevaar door elektriciteit

Waarschuwingsbord tegen elektrisch gevaar.


Brandgevaar

Waarschuwingsbord tegen brandgevaar.

 

Sirene

Geluidsapparaat dat een luid signaal laat horen en gebruikt wordt door de politie, door ambulances en brandweerlieden.


Waarschuwing

Waarschuwingsbord voor gevaren.

Brandweerbel

Alarmbel om mensen te waarschuwen als er brand is in het gebouw waar ze zich bevinden.


NOODGEVALLEN

Ontploffing

Het met een knal uit elkaar barsten.


Verdwalen

De weg kwijtraken


Auto-ongeluk

Verkeersongeluk, dat plotseling gebeurt en schadelijk is.


Vergiftiging

Ziek worden door iets wat je eet, drinkt of in ademt.


Verdrinken

Flauwvallen, sterven omdat je onder water niet kunt ademen.


RAMPEN

Aardverschuiving

Grond, dat van een helling naar beneden glijdt


Lawine

Een lading sneeuw, ijs of stenen die plotseling langs een berghelling naar beneden stort.

Steenlawine

Rotsblokken, die naar beneden storten


Storm

Een zeer harde wind, die regen, onweer en bliksem kan brengen


Overstroming

Het onder water lopen van land dat normaal gesproken droog is


Aardbeving

Een schokkende beweging van een deel van de aardkorst


Brand

Ongewenste gevaarlijk vuur, die meestal schade veroorzaakt.


Bosbrand

Een vuur dat een bosgebied verwoest.

 

Tsunami

Enorme vloedgolf als gevolg van een onderzeese aardbeving, die verwoestingen aan land aanricht.



Blikseminslag

Verkeersongeluk, dat plotseling gebeurt en schadelijk is.


Vulkaanuitbarsting

Situatie waarbij vuur en lava uit een gat in een berg naar buiten komt